Nederlandse tuinders oogsten succes op de Britse markt voor kerststerren. Een groeiend deel van de zogeheten poinsettia’s die menig Brits huis aan het einde van het jaar rood kleuren, komt uit Nederlandse kassen. Niet iedereen is daar even blij mee.

Britse tuinders produceren steeds minder van de plantjes, signaleerde het Britse vakblad Horticulture Week onlangs. De boulevardkrant The Daily Mail wees vervolgens “goedkopere, inferieure Nederlandse poinsettia’s” aan als een van de boosdoeners.

Kerststerren die hier worden gekweekt, zouden zwakkere stammen en minder takjes hebben dan hun robuuste Britse tegenhangers, beweerde de voorzitter van een Britse tuindersorganisatie.

De Nederlandse plantenteler Gert van der Pligt bevestigt dat het goed gaat met de export van kerststerren. “Het aantal orders groeit al een aantal jaren”, vertelt hij. “Britse tuinders kunnen zelf niet genoeg produceren, het is een echte piekmarkt.”

Nederlandse kassen moderner

Dat de Britse productie tegenvalt, komt volgens de vakpers onder meer door de hoge energiekosten. Volgens Van der Pligt is er ook simpelweg een efficiëntieverschil. “De Nederlandse kassen zijn modern, efficiënt en goed ingericht wat betreft het energiegebruik. Nederland is hierin de nummer 1 van Europa’’, zegt de tuinder met vestigingen in Heinenoord en ’s-Gravenzande.

Dit seizoen exporteert hij zo’n 650.000 poinsettia's naar andere Europese landen, waarvan er ongeveer 150.000 aan de andere kant van het Kanaal terechtkomen. Klachten over de kwaliteit zijn wat hem betreft niet geloofwaardig. "Groot-Brittannië is echt een land van specificaties en die van de kopers zijn zeker niet mals. Wij leveren daar gewoon op, als je dat niet doet ben je kansloos."

Hoewel de Nederlandse concurrentiepositie goed is, kan Van der Pligt op één punt niet winnen van de Britten: het predicaat ‘British grown’, waar sommige Britten grote waarde aan hechten, mag hij niet voeren.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl